Geheugen – Oriëntatie

(Belevingsgerichte communicatie)

Algemeen

Bij belevingsgerichte communicatie moet niet vergeten worden dat de psychiatrische functiestoornissen zoals depressie, agressie en angst hiermee niet behandeld kunnen worden, maar bij een juiste passende belevingsgerichte communicatie verlaag je wel de kans op het ontstaan van deze psychiatrische functiestoornissen en creëer je een tijdelijk positief gevoel bij de cliënt.

Bij elke belevingsgerichte aanpak past een eigen omgeving, denk aan snoezel-elementen, het ROB/T-bord. Bij Validation zorgen voor spullen om de “aangepaste” rollen vorm te geven. Denk aan kantoorartikelen, schoonmaakmiddelen, voorzittershamer, enz. Voor meer kennis en kunde over deze onderwerpen kun je specifieke literatuur en wetenschappelijk onderzoek raadplegen.

Bij dementie staan de cognitieve stoornissen centraal. De cognitieve beperkingen hebben grote invloed op de communicatie. Bewuste en onbewuste, positieve en negatieve/traumatische ervaringen uit de kindertijd en opvoeding kunnen lang blijven bestaan ​​bij mensen met dementie. Hoe kan je hiermee omgaan? Dat hangt natuurlijk af van de doelen die afgesproken zijn. Hieronder zijn drie vormen van belevingsgerichte communicatie kort beschreven. 

Realiteit en Oriëntatie Benadering/Training (ROB/T)

ROB/T  heeft als doel zo met cliënten te communiceren dat hij/zij deel uit (blijven) maken van de realiteit, het hier en nu. Soms is het nodig eerst een paar bij de beleving van de client aansluitend zinnen vanuit de Validation techniek (zie hieronder)  te gebruiken om vervolgens van daaruit de client terug te voeren naar de realiteit. Hierbij wordt altijd confrontatie met de geheugen tekorten vermeden. Sterker nog, je sluit aan bij het feitelijke cognitieve niveau van de client. Verder kan het geheugen ondersteund worden met dagelijkse (groeps) gesprekken rondom de krant, het nieuws, televisie, woordspel e.d.. Met behulp van reminiscentie kan het levensverhaal met de client besproken worden met nadruk op de positieve ervaringen.

Ook kan een 2 á 3 wekelijks ROT groepsprogramma in de vorm van een kringgesprek aangeboden worden met bijvoorbeeld training in dag, maand, datum; het elkaar bij de naam noemen e.d.. Dit alles in een prettige op de cliënt afgestemde, stimulerende sfeer en in een passende leefomgeving/woonkamer voorzien van allerlei praktische zaken zoals een grote analoge klok, info- of ROB/T-bord e.d.. Als laatste zijn er spelcomputer trainingen (braintrainers) mogelijk die je qua niveau laat aansluiten bij het cognitief niveau van de client, met oplopende moeilijkheidsgraad; ook kan een onderling competitief element worden toegepast. Ook hierbij staat het plezier voorop.

Validation

Belevingsgericht communiceren met behulp van Validation houdt in: meegaan in de (achterliggende) beleving van de cliënt en niet zozeer in de concrete betekenis van wat hij/zij zegt. De bedoeling is de client in zijn beleving te ontmoeten en te bevestigen. Hierbij moet rekening gehouden worden met het gegeven dat de cliënt niet altijd letterlijk bedoelt wat hij zegt, zoals bijvoorbeeld: “ik wil naar huis” of “ik wil naar mijn moeder”. Vaak staan deze woorden voor een op dat moment onvervulde behoefte aan contact, geborgenheid en nabijheid. Deze kan dan op een validerende manier worden gegeven door bijvoorbeeld te praten over die onderliggende behoefte of door deze behoefte concreet in te vullen/te realiseren mede op basis van je kennis van de levensgeschiedenis van de client. Hierbij kan ook aan de orde komen om de cliënt een bepaalde rol te laten vervullen, zoals bijvoorbeeld een cliënt die denkt dat hij op zijn werk is. (Voorbeeld: voorzitter zijn van een overleg).  Het maken en gebruiken van een reminiscentie levensboek kan hier heel behulpzaam bij zijn. Het is belangrijk om in korte zinnen te spreken, omdat het taalvermogen vaak ook is verminderd.

Zintuiglijke Activerende Ondersteuning (ZAO)

Belangrijk hierbij is dat de rol van de taal in de communicatie ondergeschikt is geraakt aan direct zintuiglijke waarneming. De betekenis van de woorden is minder van belang dan de toon, de expressie en de bedoeling. Er wordt veel gebruik gemaakt van non-verbale middelen om direct zintuiglijk contact te maken, zoals muziek, warme stoffen, licht, geuren, oliën, bewegen. Dit kan in een direct één op één contact in de woonkamer. Ook een specifieke ruimte kan hiervoor worden ingericht, een zogenaamde snoezelkamer met sterrenplafond, kleurige geurzuilen, lichtshow, verwarmd waterbed, schommelstoel etc. Uiteraard dient alles afgestemd te worden op de persoonlijke voorkeuren, die natuurlijk bekend zijn vanuit de brede, diepgaande biografie. De inbreng van familie/mantelzorger om hier achter te komen is natuurlijk bij ZAO zeer groot. Hierbij past ook zogenaamde PDL zorg waarbij uitdrukkelijk wordt ingespeeld op passieve transfers die de cliënt  niet meer zelfstandig kan maken als gevolg van apraxie, al dan niet in combinatie met lichamelijke beperkingen als amputatie.